Hoe moet een mens leven? Dit was een vraag die Leo Tolstoj (1828-1910) zijn leven lang bezighield en die aan veel van zijn verhalen en romans ten grondslag ligt. Oorlog en vrede en Anna Karenina markeren het hoogtepunt van de Russische romankunst, maar Tolstoj schreef eveneens een indrukwekkend oeuvre aan verhalen en novellen. Begin 2015 verscheen in de Russische Bibliotheek een deel met Tolstojs vroege verhalen, waaronder de belangrijke reeks over de oorlog op de Krim; dit tweede deel omvat verhalen en novellen uit zijn 'gouden' periode. In de laatste drie decennia van zijn leven, na een grote morele crisis die hij eind jaren '70 doormaakte, schreef Tolstoj verhalen en novellen die voor zijn romans niet onderdoen en waarin hij op indringende wijze existentiële en universele thema's uitdiept. Het wereldberoemde De dood van Ivan Iljitsj is daar een van; deze aangrijpende novelle vertelt het verhaal van een vooraanstaand rechter van het gerechtshof die voelt dat zijn dood nadert en die stap voor stap de leegte van zijn leven onderkent. De minstens zo beroemde novelle De Kreutzersonate handelt om het thema van jaloezie, wellust, waanzin en de kwellende banden van het huwelijk. Voor deze spiksplinternieuwe vertaling tekent wederom de trojka Yolanda Bloemen, Marja Wiebes en Froukje Slofstra, die veel lof oogstte met de vertaling van Tolstojs vroege verhalen.
Lev Nikolaevic Tolstoj nasce a Jasnaja Poljana, in Russia, il 9 settembre 1828 da una famiglia di tradizioni aristocratiche, appartenente alla vecchia nobiltà russa.
Questa condizione influenzerà tutta la sua esistenza: da un punto di vista positivo perché avrà opportunità che altri non avranno, ma anche da un punto di vista negativo perché lo distinguerà dagli altri letterati del suo tempo da cui si sentirà spesso escluso.
La madre morirà quando lui avrà solo due anni e dopo