Annie woont alleen, in het grote huis bij de fruittuin waar ze ooit woonde met haar man Johannus. Maar sinds zijn verdwijning is ze niet zichzelf. Ze raakt meer en meer naar binnen gericht. Het verleden begint een steeds grotere rol te spelen en Annie haalt regelmatig fantasie en werkelijkheid door elkaar. Het enige dat haar nog op de been lijkt te houden, is het vinden van rondzwervende honden. Daar heeft ze een heel bijzondere bestemming voor.
Judith woont in het huis dat uitkijkt op het huis van Annie. Als hun kleine hond Fox de achterdeur uitglipt en niet meer terugkomt, doet ze enkele verontrustende ontdekkingen over hun overbuurvrouw. Ze maakt zich zorgen maar met wie kan zij die zorgen delen?