Dit boek is voor beginners die willen leren hoe om te spreken Spaans in Spanje. De auteur heeft gewoond in Spanje voor zeven jaar en heeft ook tien ervaring als leraar Spaans.
Índice
La pronunciación (uitspraak)
las vocales (de klinkers)
los diptongos (de tweeklanken)
las consonantes (de medeklinkers)
los pronombres (voornaamwoorden)
enkelvoudig
subject
object
meervoudig
subject
object
El verbo tener (hebben)
El verbo necesitar (nodig hebben)
De lidwoorden
Hay (er is/er zijn)
algunos/algunas
el plural (het meervoud)
En clase (in de klas)
Las asignaturas (de vakken)
La gente (de mensen)
Los saludos (groeten)
Las despedidas (afscheid)
Palabras y frases útiles (nuttige woorden en zinnen)
Las presentaciones (het voorstellen)
las presentaciones
la gente (de mensen)
la familia
Profesiones y oficios (beroepen)
Los países (landen)
el verbo ser (zijn)
Waar komt U vandaan?
landen
Los idiomas del mundo (de talen van de wereld)
Las ciudades (steden)
El verbo ir (gaan)
Lugares y sitios (plaatsen)
Modos de transporte (vervoerswijzen)
Los animales (dieren)
La naturaleza (natuur)
La edad y los números (leeftijd en nummers)
Hoe oud ben je?
Nummers
Describir a las personas (het beschrijven van mensen)