'Donder op!' krijst Meral en mept woest met haar bezem. 'Ik wil geen heksenkat meer!' De kat likt met zijn slangentong over zijn snorharen. 'Ik vrees dat je het nog niet helemaal begrijpt, Meral,' zegt hij poeslief. 'Heksen houden geen katten, katten houden heksen.'
Een heks zonder kat is als een weerwolf zonder wenkbrauwen. Merak is dan ook dolblij als ze de kat van haar dode heksenoma erft. Azazel heeft echter zijn eigen duistere plannen met zijn nieuwe bazin. Snorrend op Merals schoot liggen hoort daar bepaald niet bij