Het tooneel verbeeldt eene ryk gestoffeerde zael; een tapyt op grond; twee tafels met tapyten; regts eene schouw met spiegel en pendule; links een secretair; op de tafel links schryfgerief en eene bel; deuren links en regts, gaendery op den achtergrond.
Over het gehele werk
DATUMS
1830
Eerste Tooneel.
DE BARON,
alleen, in prachtig morgendgewaed.
Nu zoo!.....
(Hy vouwt een' brief.)
Een besluit, genomen door een man van overtuiging, staet gelyk met eene volvoerde daed.
(Hy belt.)
Als de zoon wederspannig is, moet de vader streng wezen.
(Tot een knecht in livrei.)
Breng dezen brief aen myn' Notaris en zeg aen mejufvrouw Laura dat ik haer hier verwacht.
(De knecht af.)
- Het menschelyk opzicht alleen had my tot heden wederhouden; nu, bannen wy die ydele vrees! de menschen mogen er over zeggen wat zy willen! myne vrouw moge hare teêrgevoeligheid voor haren ontaerden zoon niet kunnen bedwingen, ik moet, als vader, na twee jaren taei geduld, die kinderachtigheden over het hoofd zien en mynen pligt vervullen! Myne dochter is myner waerdig; zy vergeet niet, dat zy van edelen bloede, van het aloude geslacht der Hoogaerden is! myn zoon bezwalkt en bezwaddert zyn' naem met in de vuilnis der lage volksklas te wroeten.... Weldan! myne dochter erve myne goederen! en... myn zoon verheuge zich in zyne ellende!.....
(Hy neemt een bundeltje papier van de tafel links en steekt het in zyn' zak).