Lang geleden, in een dorp hier ver vandaan, woonden twee mensen met dezelfde naam. Daarom noemde men de ene man Grote Klaas en de andere Kleine Klaas. Grote Klaas had vier paarden en Kleine Klaas maar eentje. Doordeweeks moest Kleine Klaas Grote Klaas helpen met ploegen. Op zondag mocht Kleine Klaas de vier paarden van Grote Klaas lenen om zijn land te ploegen. Elke keer als er iemand langsliep riep Kleine Klaas 'Hup, mijn paardjes!', zodat iedereen dacht dat hij vijf paarden had.
Grote Klaas zei: 'Zeg niet dat het jouw paarden zijn, anders sla ik jouw paard dood.' Maar Kleine Klaas kon het niet laten. Dus sloeg Grote Klaas het paard van Kleine Klaas dood. Kleine Klaas keek er met open mond naar. 'Nu heb ik geen paard meer!', huilde hij...