Er was eens een jongen, de zoon van een doordachte en rijke koopman. Alle rijkdommen had hij van zijn vader geërfd, alleen was de zoon zo doordacht nog niet. Snel was alles uitgegeven. Slechts een paar pantoffels en een nachtjapon waren in zijn bezitting.
Gelukkig voor de armoedige zoon, werd hem een koffer geschonken door een goedhartige, oude man. Jammer genoeg had de jongen geen bezittingen om deze mee te vullen. Daarom ging het kind maar zelf in de koffer zitten, wat hem tot de ontdekking leidde dat de koffer kon vliegen...