Voordat Harry Potter aan zijn derde jaar op Zweinstein kan beginnen, moet hij de zomervakantie bij zijn gemene oom en tante doorbrengen. Door een magisch ongeluk komt hij 's avonds laat op straat te staan. Dan blijkt dat Sirius Zwarts, een beruchte volgeling van Jeweetwel, uit de gevangenis van Azkaban is ontsnapt. Hij is op de vlucht en heeft het wellicht op Harry gemunt. Er volgt een enerverend schooljaar met nieuwe vakken als Dreuzelkunde en Zorg voor Fabeldieren, spannende Zwerkbalwedstrijden en griezelige voorspellingen. De school wordt bewaakt door Dementors, de gevreesde bewakers van Azkaban, en Harry zal zijn lessen Verweer tegen de Zwarte Kunsten hard nodig hebben.
La passione per la letteratura si manifesta fin da subito: a sei anni scrive la prima storia, dal titolo Rabbit, che narra di un coniglietto malato di morbillo. A dodici scrive un romanzo in cui i protagonisti si trovano alle prese con sette diamanti maledetti. Ed è in questi anni scolastici che incontrerà molte delle persone che ispireranno la caratterizzazione dei suoi più importanti personaggi della saga che l'ha consacrata alla letteratura: Harry Potter.