Een achtjarige jongen heeft zijn ouders altijd moeten delen met pleegbroertjes. Dit maakt heftige gevoelens van jaloezie in hem los. De komst van weer een nieuw pleegbroertje, Robert, loopt uit op een dramatische gebeurtenis. Op zijn achtentwintigste keert de zoon terug naar zijn ouderlijk huis. Hij hunkert nog altijd naar de warmte van zijn moeder, maar koestert ook haatgevoelens om wat er is gebeurd. De dominante vrouw van toen is echter ziek en afhankelijk geworden - de machtsverhoudingen tussen moeder en zoon zijn omgedraaid. Althans, zo lijkt het. Hoeveel regen is een confronterend, beklemmend, maar ook grappig en teder debuut waaruit blijkt dat een kind nergens zo onveilig kan zijn als bij zijn eigen familie.