Deze real-crime thriller gaat over de indirecte moord van het Nederlandse Openbaar Ministerie op een auteur. Niet het individu is vermoord maar de auteur is de basis van zijn schrijverschap ontnomen en daardoor is zijn toekomst geliquideerd. Het misdaadarchief, dat hij in zestig jaar heeft opgebouwd en waaruit hij zijn informatie haalde, is door de politie gestolen tijdens een huiszoeking. Nadat hij van de diefstal aangifte had gedaan en er een proces-verbaal was opgemaakt, heeft de verbalisant moedwillig een foutief proces-verbaal nummer boven de aangifte gezet. Justitiële onderzoekers van de teams Veiligheid, Integriteit en Klachten (VIK) hebben het onderzoek dusdanig getraineerd waardoor de auteur het Klaagschrift niet binnen de daarvoor geldende termijn kon indienen. Toch werd de zaak door politierechter tijdens verschillende zittingen behandeld. Toen wettig en overtuigen was bewezen dat het misdaadarchief wel bij de politie moest zijn en dat die was gestolen c.q. verdonkermaand kwam bij de laatste zitting de rechter met het oordeel dat wegens tijdsoverschrijding de zaak niet ontvankelijk werd verklaard. Hiermee ging de rechter voorbij aan de diefstal die door de politie had plaatsgevonden en daarmee conformeerde die rechter zich aan diefstal en is hij medeschuldig aan de gepleegde misdaad. Deze rechter dient te worden vervolgd omdat hij zich aan de plicht van waarheidsvinding heeft onttrokken. Het boek Justitiële Rotzakken geeft duidelijk weer wat er mis is met de objectieve rechtspleging in Nederland.