Ze had de tijd duidelijk berekend en kwam tien minuten te vroeg aan.
Ze aarzelde even voor de deur te staan en dacht aan de tijd dat ze de post las, koud vanbinnen.
Had nog steeds niet de moed om op de eerste rij te zitten.
Ze was buiten de gang en liep snel rond de achterdeur. Toen ze de laatste rij duidelijk zag, slaakte ze een zucht.
Hieronder staat een rij stoelen tegen de muur. Op de laatste rij waren er drie stoelen, en slechts één jongen in een zwart pak lag op zijn buik op de tafel. Hij zat buiten het gangpad en binnen waren er twee lege stoelen.
Op de achterbank is het erg druk, heel vreemd.
Ongeacht wat het is, het is fijn en leuk om te zitten.
De mannelijke student viel op zijn arm, met zijn gezicht naar beneden, zijn lange benen onder de tafel gebogen.
Niet ver van hem, niet ver weg, stond een klein meisje ... Niet lang, hoewel staande, hoefde hij zijn hoofd niet te kantelen om haar gezicht te zien. Haar ogen op het kleine gezicht toonden een heel groot gezicht. Zwarte irissen, heldere blik. Zijn huid was wit, zijn armen waren delicaat en naakt buiten, zijn lange zwarte haar hing tot op zijn ellebogen.
Zijn ogen staarden in de ogen van het meisje, in een oogwenk verward.
Toen zag hij een glimp van schaamte op haar gezicht, tilde een kleine witte vinger op en hield een beetje haar haar vast, haar poederachtige lippen openden: "Klasgenoten, dat ... Je kunt naar binnen kijken. in een klein beetje? "